Vaccinatieprogramma + tips

Het vaccinatieprogramma voor je kind, en tips voor de bijwerkingen.

Via het vaccinatieprogramma worden kinderen in Nederland beschermd tegen 12 ernstige infectieziekten. Namelijk difterie, kinkhoest, tetanus, polio, hib-ziekten, hepatitis B, pneumokokkenziekte, bof, mazelen, rode hond, menigokokken en baarmoederhalskanker (laatstgenoemde alleen bij meisjes).

Nu zul je denken, “Deze ziektes komen toch niet meer voor in Nederland?” Dat klopt. Hoewel de meeste bacterieen en virussen nauwelijks meer voorkomen, komen kinkhoest, pneumokokkenziekte en hib-ziekten juist wel voor. Deze ziekten kunnen gevaarlijk zijn voor baby’s vanwege de soms ernstige complicaties welke in sommige gevallen zelfs lijdt tot overlijden. Er wordt zo vroeg mogelijk begonnen met vaccineren en er is goed nagedacht welke vaccinatie wanneer gegeven moet worden. Wist je dat het immuunsysteem van je kindje al goed werkt bij 3 maanden? Daarom wordt er vanaf die leeftijd al gestart met de 1e vaccins.

Sommige vaccins krijgt je kindje vaker dan 1 keer. Dit is omdat het immuunsysteem elke keer beter reageert op de vaccinatie. Zo is 99% van de kinderen na 2 BMR inentingen al voor de rest van zijn of haar leven beschermd tegen deze ziektes.

Het vaccinatieschema

3 maanden: “DKTP-Hib-HepB” & “Pneu”

De eerste 2 vaccinaties die je kindje krijgt beschermen je kindje tegen difterie, kinkhoest, tetanus en polio (DKTP), hib-ziekte, hepatitis B en pneumokokkenziekte. De prikjes worden meestal in het bovenbeen gegeven. Omdat deze ziekten juist voor heel jonge kinderen gevaarlijk zijn worden ze met 3 maanden al gegeven. 

5 maanden: “DKTP-Hib-HepB” & “Pneu”

Omdat deze vaccins meerdere malen gegeven moeten worden om optimale bescherming te bieden worden deze met 5 maanden herhaald.

11 maanden: “DKTP-Hib-HepB” & “Pneu”

Met 11 maanden worden de vaccins voor de derde gegeven. Voor het vaccin tegen pneumokokkenziekte is dit de laatste keer. Je kindje is vanaf nu optimaal beschermd tegen deze ziekte.

14 maanden: “BMR” & “MenACWY”

Ook bij 14 maanden krijgt je kindje 2 vaccins, namelijk tegen bof, mazelen en rode hond (BMR) en tegen de vier typen meningokok bacteriën: A, C, W en Y (MenACWY). Deze wordt meestal in de bovenarm gegeven.

4 jaar: “DKTP”

Je kind krijgt deze vaccinatie voor de 4e keer. Omdat de bescherming in de loop van de tijd iets is afgenomen krijgt je kind deze daarom nu nog een keer.

9 jaar: “BMR” en “DTP”

Je kind krijgt nu de laatste inentingen tegen de bof, de mazelen en rodehond, en tegen difterie, tetanus en polio. Je kind is vanaf nu goed en langdurend beschermd tegen deze ziekten.

12/13 jaar: “HPV” (alleen meisjes)

Wanneer je je kind laat vaccineren tegen het HPV-virus kan baarmoederhalskanker voorkomen worden. Na twee prikken is je kind voor vele jaren beschermd. Tussen de 2 prikken dit een half jaar. Omdat het virus heel makkelijk op te lopen is via seks, wordt de vaccinatie aan jonge meiden aangeboden. Dan werkt het vaccin het beste.

14 jaar: “MenACWY”

Jongeren lopen meer kans om de meningokok in de keel of neus te hebben. Jongeren van 14 tot 20 jaar verspreiden de bacterie gemakkelijk. De vaccinatie beschermt minimaal 5 jaar.

Bijwerkingen en tips

Helaas kunnen de vaccinaties gepaard gaan met bijwerkingen. Deze ontstaan meestal doordat het lichaam reageert op het vaccin. Vaccins bevatten namelijk deeltjes van het virus of de bacterie, of bevatten verzwakte virussen of bacteriën. Zodra deze in je lichaam komen gaat je immuunsysteem aan het werk. Van de vaccinatie kun je de ziekte niet krijgen omdat het om een dode of verzwakte variant gaat. Kinderen kunnen na de vaccinatie wat hangerig zijn, koorts krijgen en de plek van de injectie kan rood of gezwollen zijn. De roodheid beperkt zich meestal tot de plaats van je injectie. In sommige gevallen verspreid de roodheid zich over de hele arm of been. Na een aantal dagen gaat dit vanzelf over.
In sommige gevallen kan je kind een koortsstuip krijgen. Als ouder kan je daar erg van schrikken maar gelukkig zijn koortsstuipen onschuldig.
Een enkele keer komen er met de prik bacteriën vanaf de huid mee. Er kan dan een abces met pus ontstaan. Dit komt gelukkig maar 5-10 per jaar voor.

Tips!

Masseren! Masseer de plek van de inenting meteen na het prikken. Hierdoor verspreidt de entstof zich sneller en verminderd de kans op roodheid, zwelling en pijn rondom de plaats van injecteren. Bovendien leidt het je kindje af 🙂

Denk je dat je kindje pijn heeft doordat hij of zij bijvoorbeeld veel meer dan normaal huilt? Dan kun je je kindje een paracetamol geven. Lees de bijsluiter van de paracetamol voor je juiste dosering!

Bij koorts kun je je kindje wat luchtiger kleden en hem bijvoorbeeld alleen onder een lakentje leggen. Zo kan je kindje zijn warmte beter kwijt raken. Ook kan een koel badje of nat washandje helpen. Een paracetamol is vaak niet nodig, maar als je dat wilt kun je paracetamol geven. Paracetamol verlaagd namelijk de lichaamstemperatuur.

Bij overige bijwerkingen kun je het beste de huisarts raadplegen. Meldt extreme bijwerkingen altijd bij je volgende bezoek aan het consultatiebureau.

Deze blog is geschreven aan de hand van de informatie van het RIVM. Op www.rijksvaccinatieprogramma.nl vind u meer informatie over de vaccinaties en bijwerkingen. 

 

 

 

Reacties

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

  1. Senn gisteren z’n 3 mnd prikjes gehad,
    Oh wat blijft dat toch naar!
    Helemaal nu door de Corona, je mag hem niet op je schoot houden maar moet hem op de tafel neerleggen en afstand houden als hij geprikt wordt.
    Gelukkig heeft hij er tot nu toe niet veel last van alleen wat meer slapen.

Misschien ook leuk om te lezen?

Reacties

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

  1. Senn gisteren z’n 3 mnd prikjes gehad,
    Oh wat blijft dat toch naar!
    Helemaal nu door de Corona, je mag hem niet op je schoot houden maar moet hem op de tafel neerleggen en afstand houden als hij geprikt wordt.
    Gelukkig heeft hij er tot nu toe niet veel last van alleen wat meer slapen.